130.3 | Reacties op de Russische Revolutie in Nederland, Indonesië en Suriname

Inspiratie uit de verte. Reacties op de Russische Revolutie in Nederland, Indonesië en Suriname

 

Een eeuw na 1917 verscheen themanummer 130.3 (2017) van Tijdschrift voor Geschiedenis met bijdragen over de echo’s de Russische omwenteling in Nederland en zijn koloniën. Dat de honderdste verjaardag van de revolutie aanleiding is voor een onderzoek is op zichzelf niet heel origineel. De internationale vloedgolf van herdenkingsartikelen, symposia, internationale conferenties en gelegenheidsboeken kwam al ruim voor 1 januari 2017 op gang, en dit nummer volgt wat dat betreft de trend. Maar de blik op de ‘Nederlandse wereld’ levert aan die veelheid van herdenkingsmateriaal wel een unieke toevoeging. Dit nummer laat aan de hand van de terugblik op 1917 en zijn nasleep zien wat een dergelijke nieuwe benadering in potentie te bieden heeft.

In november 1918 gingen revolutionaire soldaten, matrozen en arbeiders de straten op in Duitse steden als Düsseldorf, Halle, Leipzig, Braunschweig en Berlijn. Het leek erop dat de revolutionaire geest ook de grens over zou steken naar Nederland. Wouter Linmans laat in zijn artikel Een voorschot op toekomstige dapperheid zien hoe drieduizend Nederlandse revolutionairen op de avond van woensdag 13 november 1918 in Amsterdam de straat op gingen. Het artikel reconstrueert wat die bewuste avond gebeurde, hoe deze gebeurtenissen werden begrepen in het licht van de Russische revolutie een jaar eerder en hoe dit een rol speelde in de latere herinnering aan deze revolutie, die nooit van de grond kwam.

In de jaren na 1917 werd het autoritaire karakter van de Sovjetregering steeds duidelijker. Dit maakte een einde aan de kritische sympathie die veel anarchisten, syndicalisten en linkse communisten in eerste instantie hadden gevoeld voor de revolutie. Ron Blom beschouwt in zijn artikel het optreden van de Nederlandse aanvoerder van de  communistische Partij David Wijnkoop op het Komintern-congres van 1920. Hij verklaart hoe het kan dat deze later zo volgzame aanhanger van Moskou een aantal jaar na de Russische Revolutie zijn eigen inzichten nog altijd op gelijke hoogte plaatste met die van Lenin, Radek, Zinowjew en de leiders van Duitse communistische en links-socialistische massapartijen.

Dennis Bos biedt in zijn bijdrage Hamer en sikkel. Van buitenlands staatswapen tot Nederlands partijsymbool een minutieuze beschrijving van de wijze waarop de hamer en sikkel ook in Nederland kon uitgroeien tot één van de meest succesvolle politieke symbolen van de twintigste eeuw. Daarmee toont hij aan hoe zelfs in een schijnbaar eenduidig voorbeeld van de overname van een in Rusland ontworpen revolutionair symbool , de invloed van lokale interpretatoren groot bleef.

Vanzelfsprekend had de receptie van de revolutie in de koloniale wereld een geheel eigen dynamiek. Net als in Nederland speelden daarbij bestaande socialistische tradities en tegenstellingen tussen gematigde en radicale socialisten, communisten en anarchisten een grote rol. Klaas Stutje bespreekt in zijn bijdrage ´Volk van Java, de Russische Revolutie houdt ook lessen in voor U’ Indonesisch socialisme, bolsjewisme, en het spook van het anarchisme hoe de Russische Revolutie zorgde voor een verscherping van de tegenstellingen in de wijze waarop radicale socialisten van Nederlandse afkomst in Indonesië zoals Sneevliet en Baars aan de ene kant, en aanhangers van de SDAP aan de andere keken naar de rol van de Indonesische massa’s zelf in de strijd voor bevrijding.

In Verlichtingsidealen en de revolutionaire pers in koloniaal Indonesië De inhoud, productie en distributie van Sinar Hindia laat Rianne Subijanto zien hoe dit soort discussies onder Nederlandse Indiërs al snel werden ingehaald door de stormachtige groei van de invloed van het communisme binnen de nationale beweging van de Indonesische bevolking zelf. Hierbij speelde de bijzondere verhouding tussen communistische activisten en de grote islamitische onaf hankelijkheidsbeweging Sarekat Islam een belangrijke rol. Al vroeg in de jaren twintig werd daarmee de basis gelegd voor het latere succes van de PKI.

Pas in de jaren dertig ontstond de sterke wisselwerking tussen communisme en Surinaamse antikoloniale politiek. De centrale persoon in het bewerkstelligen van deze band was Anton de Kom. Karwan Fatah-Black breekt in zijn artikel Rode deletie De verstomde herinnering aan het communisme van Anton de Kom een lans voor De Kom als communistische denker en activist, een connectie die in de herinnering aan De Kom onderhavig is aan wat Fatah-Black ‘rode deletie’ noemt. Fatah-Black toont aan hoe die ‘rode deletie’ zelf een obstakel vormde voor een wijdere verspreiding van De Koms hoofdwerk Wij slaven van Suriname onder een internationaal publiek.

Over de gastredactie

Dr. R.L. (Ron) Blom is verwerver van particuliere archieven en collecties bij het Stadsarchief Amsterdam en onderzoeker sociale geschiedenis. E-mail: Ron.Blom@amsterdam.nl.

Dr. Dennis Bos doceert aan de Universiteit Leiden en gespecialiseerd in de herinneringscultuur omtrent de Paris Commune van 1871 in de socialistische bewegingen van de 19e en 20e eeuw. E-mail: d.bos@hum.leidenuniv.nl.

Dr. Pepijn Brandon is universitair docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam en senior onderzoeker aan het IISG. Zijn werk richt zich op de geschiedenis van kapitalisme, oorlog en economische ontwikkeling, en slavernij. E-mail: p.brandon@vu.nl.

Omslag: Agitproptheater van communistische jeugdbond De Zaaier, jaren ’20. IISG BG A20/762.