Nieuw licht op de komst van de Keizer

Afbeelding: keizer Wilhelm II met koningin Wilhelmina en prins Hendrik in een open galarijtuig op de Dam tijdens een bezoek van de keizer in december 1907.
Foto van B. Groote & Co, collectie Stadsarchief Amsterdam

Exclusieve voorpublicatie

Op basis van uitgebreid bronnenonderzoek in binnen- en buitenland laat Beatrice de Graaf in een nieuw artikel zien dat de Nederlandse regering en koningin Wilhelmina wel degelijk een rol speelden in de komst van Duitse keizer Wilhelm II in november 1918.

Terwijl het Duitse leger aan het einde van de Eerste Wereldoorlog zijn definitieve nederlaag leed en Duitsland in een staat van revolutie verkeerde, vluchtte keizer Wilhelm II vanuit zijn hoofdkwartier in Spa naar het neutrale Nederland. Vroeg in de ochtend van 10 november 1918 – precies honderd jaar geleden – arriveerde hij met zijn gevolg in het Limburgse grensplaatsje Eijsden. De Nederlandse regering en koningin Wilhelmina II stelden volledig verrast te zijn door zijn komst, maar accepteerden zijn asiel als een voldongen feit. Tot aan zijn dood in 1941 woonde Wilhelm II in Nederland, eerst in Amerongen, later in Huis Doorn.
Op basis van nieuw archiefonderzoek in binnen- en buitenland houdt hoogleraar Beatrice de Graaf dit verhaal kritisch tegen het licht in een nieuw artikel in Tijdschrift voor Geschiedenis. In ‘Vorstin op vredespad. Wilhelm II en Wilhelmina en het einde van de Eerste Wereldoorlog’ schenkt zij aandacht aan de dynastieke relaties tussen keizer Wilhelm en koningin Wilhelmina – zij waren achterneef en -nicht – en aan de diplomatieke ontwikkelingen tussen Duitsland en Nederland in de zomer van 1918, stelt De Graaf dat de komst van de keizer minder als een verrassing kwam dan lang is gedacht.

Het artikel verschijn in nummer 131.4 van het Tijdschrift van Geschiedenis hier al online te lezen.