123.3 | Bloedwraak en vete in de late middeleeuwen

Het recht in eigen hand: bloedwraak, vete en partijstrijd in de late middeleeuwen

 

In themanummer 123.2 (2010) van Tijdschrift voor Geschiedenis staat de geweldscultuur van de late Middeleeuwen centraal. Het themanummer onderzoekt vanuit verschillende invalshoeken hoe conflicten werden beslecht, en welke rol geweld daarin speelde. De auteurs hebben zich geconcentreerd op het spanningsveld tussen privaat geweld en zijn publieke indamming dan wel repressie in drie verschillende geweldssferen die gemakkelijk in elkaar overliepen: bloedwraak, vete (verklaarde vijandschap) en partijstrijd (gewelddadig politiek conflict).

De redactie opent de inleiding met de erkenning dat veel clichés over de middeleeuwen op onrechte generalisaties berusten, maar dat het beeld van een gewelddadige cultuur wel degelijk op feiten berust. Hoewel de homicide rates van middeleeuwse samenlevingen niet veel hoger lag dan in het hedendaagse Brazilië of Zuid Afrika, zouden opvattingen over bestraffing, de alledaagsheid van publieke executies en spectaculaire vormen van sport en spel wel degelijk getuigen van een geweldscultuur. Maar het allerbelangrijkste was misschien nog wel dat in de late middeleeuwen individuen en groepen er niet meer voor terugdeinsden om bij gelegenheid het recht in eigen hand te nemen, ondanks het feit dat de opkomende ‘staatsmacht’ zich daar steeds nadurkkelijker tegen begon te verzetten. De complexe en gelaagde geweldscultuur die resulteerde, wordt in dit themanummer onder de loep genomen.

In het eerste artikel bespreekt Peter Hoppenbrouwers de juridische verschillen tussen bloedwraak en vetes om een beter beeled te krijgen van de pogingen waarop laat-middeleeuwse ‘staten’ hun geweldsmonopolie probeerden uit te breiden.

Het tweede artikel geeft Hillay Zmora een overzicht van de historiografische en ideologische ontwikkelingen in de geschiedschrijving over de vete in het Heilige Roomse Rijk, die afrekenen met de bijna canonische interpretaties van Otto Brunner in ruil voor nieuwe interpretaties.

In het volgende artikel geeft Han Nijdam een historisch- en cognietief-antropologische benadering van wraak en belichaamde eer. Hij onderzoekt hoe wraak, eer, vete en compesnatie zich tot telkaar verhouden en tot uiting komen in een culturele context.

Jonas Braekevelt, Frederik Buylaert, Jan Dumolyn en Jelle Haemers keren terug naar het specifieke in hun artikel over factiestrijd in de steden van laatmiddeleeuws Vlaanderen. Zij tonen aan dat factiestrijd vaak sterk geworteld was in zowel lokale als internationale politieke en socio-economische relaties en conflicten tussen rivaliserende netwerken, en dat de Bourgondische hertogen vaak zelf deelnamen.

Vervolgens bespreekt Aart Noordzij aan de hand van partijtwisten in veertiende-eeuws Gelre de dynamiek tussen privaat en publiek, waartussen de grenzen constant in beweging waren.

In het voorlaatste artikel stelt Justine Smithuis de vraag of de straatgevechten die vaak gepaard gingen met machtswisselingen voorbeelden waren van volksopstanden of van zorgvuldig geplande miliaire operaties van politieke leiders.

Tenslotte geeft Matthijs Gerrits in zijn artikel een herinterpretatie van de partijstrijd tussen Schieringers en Vetkopers in Friesland aan het einde van de middeleeuwen. Volgens hem is het traditionele verhaal, dat de partijstrijd een logisch uitvloeisel was van de Friese vrijheid en dat verovering door een sterke buitenlandse vorst onontkoombaar was, te kort door de bocht.

Over de gastredactie

Prof.dr. P.C.M. Hoppenbrouwers (1954) is een Nederlands historicus. Hoppenbrouwers is hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit Leiden, met als onderzoekszwaartepunt de Late middeleeuwen. Daarnaast is hij redacteur van het vaktijdschrift The Medieval Countryside, bestuurslid van de Onderzoeksschool Mediëvistiek en redactielid van het Tijdschrift voor Geschiedenis.

Omslag: Slag bij Las Navas de Tolosa, Museo de la Batalla de las Navas de Tolosa.